Voordat mijn stage begon, luisterde ik al vaak naar dit programma. Elke keer wist presentator Stefan Stasse me te boeien met z’n teksten en gesprekken met luisteraars. In tegenstelling tot vele andere radio-dj’s kwam hij met prachtige volzinnen die enorm tot de verbeelding spraken en gesprekken die soms enorm persoonlijk en ongemakkelijk overkwamen. Het voelde als een groot toneelstuk, waar je van begin tot eind in meegesleept wordt. Daarbij schoot het alle kanten op en werd ik als luisteraar constant verrast.
Dat is het beeld wat ik van het programma had en daarmee ging ik in juni solliciteren voor de stage bij de Staat van Stasse. Een programma van de KRO-NCRV op NPO Radio 2 dat elke maandag- tot en met donderdagavond van acht tot tien wordt uitgezonden. Tijdens het gesprek deelde ik m’n kijk op ‘de Staat’ en wat bleek: wat ik bij het programma voelde, kwam precies overeen met hoe de redactie het wil overbrengen. Het moet persoonlijk, soms theatraal, poëtisch, maar vooral als één geheel klinken op de radio. Je moet als luisteraar meegenomen worden en bij wijze van spreken in je auto blijven zitten, terwijl je al thuis was. De achterliggende trucs en werkwijzen om dat bij luisteraars los te maken, wilde ik heel graag meekrijgen. Want, tegenwoordig lijkt het niet meer zo vanzelfsprekend te zijn dat mensen naar een heel radioprogramma luisteren of zich er echt verbonden mee voelen. Vaak luisteren ze even in de auto naar de voetbal of werk, waarbij het fijn is als je een liedje hoort dat je kan meezingen. Toch wekt De Staat bij veel mensen iets op waardoor ze blijven luisteren.
Op stagedag één werd ik meteen voor de leeuwen gegooid. Heel tof om zelf al veel initiatief te mogen nemen en niet eerst veilig wat speurwerk te hoeven doen voor een andere redacteur. Het was juist direct van A tot Z aan items werken. Ik mocht m’n eigen ideeën ook zelf uitvoeren. Daarbij hielden m’n collega’s er rekening mee als ik al enkele dagen niet meer iets nieuws had geprobeerd. Dan had ik een dag later weer een mooie uitdaging. Want elke dag was er een deadline. Aan de ene kant jammer, omdat je daarom niet wat langer aan iets kan werken, maar aan de andere kant: je hoorde direct op de radio hoe ideeën overkwamen en elke dag was er weer een nieuwe kans om iets beters te maken.
De redacteuren namen de tijd om samen met mij ideetjes uit te werken of teksten aan te passen en legden ook altijd uit waarom ze bepaalde dingen anders wilden. Op die manier kreeg ik na verloop van tijd steeds beter in de gaten wat wel en niet bij de Staat van Stasse past en wat de presentator fijn vindt om te doen. Je schrijft immers voor hem de presentatieteksten.
Vaak hoorde ik collega’s roepen: ‘We moeten even wat reacties van luisteraars voorlezen, zodat er straks meer gebeld wordt!’ Kortom, de gedachte is dat reacties van anderen een luisteraar uitnodigt of lokt om ook te gaan reageren. Vandaar dat mijn onderzoek zich richt op de descriptieve norm. Als hij of zij het doet, doe ik het ook. Op het moment dat ik deze blog schrijf, is het onderzoek gaande.
Intussen is de stage voorbij en kijk ik er heel tevreden op terug. Er was een goede balans tussen begeleiding en zelfstandigheid. En uiteindelijk heeft het me een plekje opgeleverd als inval redacteur.