“Waar ben je momenteel druk mee?” vraagt een oud-klasgenootje me. “Ik loop nu stage” antwoord ik. “Goh, waar?” vraagt hij. “Bij Ajax” glunder ik. Hij blijft even stil. “De voetbalclub Ajax?” vraagt hij dan met een twinkeling in zijn ogen. “Zeker, de voetbalclub ja.” antwoord ik lachend. Met die zelfde twinkeling begon ik vier maanden geleden aan mijn stage bij de afdeling Fancare. Ik, als Rotterdamse…
Mijn voorliefde voor Ajax begon toen ik 11 jaar oud was. In 2006 debuteerde Klaas-Jan Huntelaar in het Amsterdamse team. Ik vond zijn accent leuk en bekeek de wedstrijden steeds vaker op televisie. Dat vader en broerlief voor Feyenoord waren (zijn) zorgde ervoor dat ik steeds uitgesprokener begon te benoemen dat ik ‘voor Ajax’ was. Trots was ik op mijn negentiende voor het eerst bij de huldiging voor het kampioenschap op het Museumplein aanwezig. Ik zong de liedjes mee en vierde feest met alle uitzinnige Ajacieden om me heen. Dat ik aan de slag kon bij Ajax was voor mij dus een groot feest. Iedere dag kwam ik de Amsterdam ArenA inlopen en deze werkomgeving blijft iets speciaals hebben. De kantoren bevinden zich direct onder de eerste ring waardoor ik dagelijks langs het veld naar mijn werkplek toe liep op de afdeling Fancare. Deze afdeling onderhoudt namens Ajax intensief contact met de fans. Hierbij zijn de meest uiteenlopende onderwerpen aan bod gekomen, zoals: het kapsel van Bertrand Traoré dat fans wilden bespreken, vragen omtrent het bestellen van tickets en het bespreken van voetbalstrategieën. In de Europa League heeft Ajax prachtige resultaten geboekt. Ik heb het geluk gehad om dit tijdens de thuiswedstrijden tegen FC Kopenhagen en Olympique Lyon live te mogen bewonderen. Als ultiem hoogtepunt mocht ik mee naar Zweden afreizen om de finale Ajax – Manchester United bij te wonen. Hoe cliché het ook klinkt, dat Ajax sinds ruim twintig jaar weer in een finale van de Europa League stond en ik hier getuige van mocht zijn was waardevoller dan de winst.
Daarnaast heb ik het geluk gehad dat ik van dichtbij heb mogen meemaken wat voor rol voetbal, en Ajax in het bijzonder, speelt in het leven van sommige mensen. Ik kwam in contact met een gezin waarbij de vader van een 12-jarige jongen terminaal ziek was. Zijn moeder wilde haar zoon dolgraag samen met zijn vader tickets cadeau doen als ‘laatste uitje samen’. Nadat ik deze situatie met mijn stagecoördinator besprak kreeg ik de vrijheid om dit complete gezin persoonlijk te ontvangen en tickets aan te bieden voor de thuiswedstrijd tegen Sparta (die we uiteraard wonnen). Een maand na deze bijzondere wedstrijd ontving ik het droevige bericht dat de desbetreffende supporter was overleden maar zij als gezin ontzettend hadden genoten van dit laatste memorabele gezinsuitje wat wij mede mogelijk konden maken. Een gebeurtenis die me deed beseffen dat Ajax niet alleen in míjn hart zit maar in dat van velen honderdduizenden andere supporters, wereldwijd. Uiteraard heb ik naast deze werkzaamheden ook onderzoek uitgevoerd, waarvoor ik een survey heb opgesteld waarin de verschuiving naar meer contact via sociale media werd onderzocht. Uit deze resultaten is gebleken dat er een relatief grote vraag is naar het aanbieden van meer contact via sociale media zoals Twitter, WhatsApp en Facebook Messenger. Vervolgens heb ik een advies geschreven over hoe Ajax dit concreet kan gaan bewerkstelligen.
Met nog steeds dezelfde twinkeling in mijn ogen als de twinkeling die ik op mijn eerste werkdag ervoer schrijf ik deze blog. Het was een prachtig avontuur bij de mooiste club van Nederland. “Dit is mijn club, mijn ideaal, dit is (écht) de mooiste club van allemaal…”
Leave a Reply